Pacemakerplaatsing

Infobrochures:
Biotronik – Pacemaker
St. Jude Medical – Pacemaker

Informatie brochure leven met een pacemaker UZ Leuven

Heilig Hart ziekenhuis :

brochure-leven-met-een-pacemaker

  1. Functie van het hart

Het hart bestaat uit 2 boezems en 2 kamers. De boezems (atria) liggen in het bovenste gedeelte van het hart en de kamers (ventrikels) liggen daaronder. In het midden van het hart bevindt er zich een wand (septum) dat het hart verdeelt in een linker- en een rechterharthelft.
De hartspier trekt zich in een regelmatig ritme samen, waardoor het bloed door het lichaam gepompt wordt. Hierdoor wordt het lichaam voorzien van zuurstof en voedingstoffen. Om het hart in beweging te houden moet het hart elektrisch geprikkeld worden.

Deze prikkel komt voort uit de sinusknoop, de “natuurlijke pacemaker” van het hart. De prikkel wordt verder geleid naar de AV-knoop waar deze vertraagd wordt. Wanneer de sinusknoop onvoldoende werkt, kan de AV-knoop deze functie overnemen. De elektrische impuls zorgt er uiteindelijk voor dat er een ritmische en regelmatige hartslag ontstaat.

Een gezond hart trekt in rust 60 tot 80 keer per minuut samen. In geval van een geleidingsstoornis kan dit anders zijn. Een geleidingsfunctiestoornis kan verschillende oorzaken hebben.

 

 

Naarmate de ernst van de geleidingsstoornis, kan men een onregelmatige en/of trage hartslag ontwikkelen. Aangezien het hart verantwoordelijk is voor het rondpompen van bloed en dus ook zuurstof, zullen de klachten die men ondervindt hiermee verbonden zijn. Vaak voorkomende symptomen zijn kortademigheid, duizeligheid en algemene zwakte.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.1.      Wat is een pacemaker?

Een pacemaker is een klein apparaatje (+/- 4x4x0.5cm) dat het werk van de zieke sinus- of AV-knoop overneemt wanneer dit nodig is.

 

Een pacemakersysteem bestaat uit twee delen:

  • Computer+batterij: vangt elektrische prikkels op en kan prikkels afvuren
  • 1 tot 3 leads: dit zijn draden die van aan het apparaatje via een bloedvat worden opgeschoven tot in het hart waar ze zich vasthechten aan de hartspier. Deze leads zorgen voor de informatieoverdracht tussen hart en pacemaker.

 

 

 

De pacemaker wordt doorgaans onder het rechter sleutelbeen ingepland. Indien je rechtshandig bent en de pacemaker liever links krijgt ingepland, dien je dit op voorhand met de arts te bespreken. Je kan dit best ook melden aan de verpleegkundige bij de opname.

 

 

 

2.2.      Functie van een pacemaker

Er zijn heel wat verschillende soorten pacemakers op de markt. De cardioloog zal het pacemakersysteem uitkiezen die het meest aan je behoeften voldoet.

De meest recente pacemakersystemen vervullen volgende functies:

  • Detectie: de pacemaker voelt wanneer hij moet invallen. Hierdoor moet hij niet continu werken en gaat de batterij langer mee.
  • Stimulatie: geeft elektrische impulsen wanneer het hart dit zelf niet doet.
  • Rate response: speelt in op verandering van je activiteiten. Wanneer de pacemaker voelt dat het lichaam een grotere inspanning doet, zal hij automatisch sneller impulsen geven.

 

Een pacemaker is in staat de informatie over het hartritme op te slaan. Je cardioloog kan tijdens een routineonderzoek deze gegevens inzien. Hij/zij kan op die manier bepalen of de geprogrammeerde behandeling geschikt is, of dat deze gewijzigd moet worden.

 

 

  1. Opname

De arts beslist aan de hand van enkele factoren wanneer je het best naar het ziekenhuis komt. In de meeste gevallen word je de avond voor de dag van de operatie opgenomen.

 

3.1.      Inschrijving

Je dient je steeds aan te melden bij het onthaal. Dit bevindt zich op de gelijkvloerse verdieping in gebouw ‘O’. Vergeet zeker je identiteitskaart en – indien van toepassing – het kaartje van je hospitalisatieverzekering niet. Indien je omwille van onvoorziene omstandigheden niet tijdig aanwezig kan zijn, gelieve dan steeds de opnamedienst te verwittigen.

 

Bij je inschrijving word je een opnameverklaring voorgelegd waarbij je een kamertype moet kiezen. De keuze die je hier maakt heeft een grote invloed op je ziekenhuisfactuur. Hou hier dus zeker rekening mee. Meer informatie hierover vind je op www.hhleuven.be/kostprijs.

 

3.2.      Opname op de afdeling cardiologie-vaatheelkunde (B4)

 

De afdeling waar je wordt opgenomen bevindt zich in gebouw ‘B’ (rode gebouw) op de 4e verdieping. Het medisch team bestaat uit vijf cardiologen:

  • Hendrik Celen (diensthoofd)
  • Koen Denef
  • Griet Van Thielen
  • Dirk Vermaut
  • Alison Vestraets

 

 

Mevr. Nikki Vanbrabant is de hoofdverpleegkundige van deze afdeling. Zijn team van verpleegkundigen en logistiek medewerkers zal zich iedere dag inzetten om je op een professionele maar aangename manier de beste verzorging te garanderen.

 

Mevr. Mick De Brabandere en mevr. Kristel Vannieuwenhoven zijn de verpleegkundigen die de artsen ondersteunen bij de raadpleging. Zij nemen onder meer de ECG’s en fietsproeven voor hun rekening.

Daarnaast kan er afhankelijk van de noden van de individuele patiënt beroep gedaan worden op een multidisciplinair team bestaande uit een sociaal assistent, ergotherapeut, kinesist, diëtist, psycholoog, pastoraal medewerker, enz.

 

 

 

  1. Procedure

4.1.      Voorbereiding

 

De verpleegkundige zal met jou overlopen welke onderzoeken dienen te gebeuren. Doorgaans wordt een ECG (elektrocardiogram) en een Rx Thorax (foto van de longen) voorgeschreven.

Er wordt ook een katheter geplaatst in de arm (langs de andere kant dan waar de pacemaker zal geplaatst worden) waarlangs ook een bloedname zal gebeuren. Indien door de huisarts bloed werd afgenomen minder dan 2 weken voor de opname, is het interessant om de resultaten mee te brengen.

Tot slot zal er een telemetriesysteem worden omgedaan. Dit is een apparaatje dat het hartritme registreert op een centrale monitor, zodat de artsen en verpleegkundigen dit kunnen opvolgen.

Mits enkele uitzonderingen wordt je thuismedicatie verder gegeven. Over volgende medicatie krijgen we vaak vragen:

 

Verder te nemen Te stoppen
Asaflow® Marcoumar® (1 week voordien)
Cardio-aspirine® Pradaxa® (laatste inname 36 uur voor)
Plavix® Eliquis® (laatste inname 36 uur voor)
Efient® Xarelto® (laatste inname 48 uur voor)
Brillique®  Lixiana (laatste inname 48 uur voor)

 

Dit schema biedt een leidraad maar is niet bindend. Het is de arts die beslist welke medicatie al dan niet wordt doorgegeven afhankelijk van de specifieke situatie van de patiënt.

Bij je opname in het ziekenhuis zal de verpleegkundige vragen om je medicatie in bewaring te geven. Dit is een standaardprocedure om misverstanden en medicatiefouten te voorkomen. Je zal tijdens de opname je medicatie krijgen van de verpleegkundige.

4.2.      Implantatie van de pacemaker

 

De dag van de ingreep ben je nuchter vanaf middernacht. Voorafgaand aan de ingreep krijg je via een infuus antibiotica toegediend om de kans op een infectie te verkleinen. De verpleegkundige van de afdeling zal je naar de wachtruimte van het operatiekwartier brengen. Wanneer de operatiezaal volledig klaar is, zal men jou ophalen en installeren op de operatietafel.

Het implanteren van de pacemaker is onder een relatief kleine ingreep en duurt ongeveer een uur.

Bij de start van de procedure krijg je via het infuus een rustgevend product toegediend. Vervolgens wordt het gebied rond het sleutelbeen plaatselijk verdoofd, waarna een incisie onder het sleutelbeen wordt gemaakt. De leads worden via het bloedvat onder het sleutelbeen opgeschoven naar de rechter boezem of kamer van het hart. Deze handeling voel je niet omdat bloedvaten geen pijn ervaren. Hierdoor is er geen extra pijnmedicatie nodig.

 

 

 

 

 

 

Bron foto:mrisurescan.com

 

Door middel van röntgenfoto’s kijkt de arts of de lead goed geplaatst is. De werking van de lead wordt getest en vervolgens aangesloten op de pacemaker. Wanneer de pacemaker correct werkt, wordt hij in de onderhuidse holte geplaatst. De huid wordt met een aantal hechtingen gesloten en met een verband bedekt.

 

 

4.3.      Na de ingreep

 

Na de ingreep zal je terug in bed gelegd en naar de ontwaakruimte gebracht worden. Je zal merken dat je een draagdoek aan hebt en dat er een zandzakje op je schouder ligt. Deze dien je ongeveer 24 uur na de operatie erop te laten liggen. Voordat je vanuit de ontwaakruimte terug naar de afdeling kunt, wordt er nogmaals een ECG gemaakt.

Wanneer je terug op de afdeling cardiologie bent wordt het telemetriesysteem terug bij jou aangedaan. Regelmatig zal de bloeddruk en het verband gecontroleerd worden. Bij pijn kan er extra medicatie gegeven worden. Meld dit steeds aan de verpleegkundige.

Het is erg belangrijk dat je de arm aan de kant waar de pacemaker geplaatst is, zo stil mogelijk laat liggen. De lead die geplaatst is, is vooral in het begin erg gevoelig voor loskomen bij een te grote bewegelijkheid van je schouder.

 

4.4.      De dagen na de implantatie

 

Één of twee dagen na de implantatie worden er nog een aantal onderzoeken gedaan. Hierbij controleert de arts of de pacemaker correct werkt. Je gaat hiervoor naar de raadpleging cardiologie. Medewerkers van het vervoer zullen je hiernaartoe begeleiden.

De draagdoek is niet meer noodzakelijk, al is het zeer belangrijk dat de arm zoveel mogelijk ontlast wordt. Hoogstand van de arm en zwaar tillen is niet toegestaan om te vermijden dat de leads zich verplaatsen.

 

 

 

 

 

  1. Mogelijke complicaties

Bij elke medische ingreep bestaat er een risico op complicaties. De cardiologen doen hun best om dit zo veel mogelijk te voorkomen.

Complicaties die kunnen voorkomen zijn:

  • Klaplong
    Bij een klaplong komt er lucht in de ruimte tussen de longen. Dit kan ontstaan tijdens het aanprikken van de ader waarin de lead wordt ingebracht. Om te controleren of er sprake is van een klaplong wordt er na de plaatsing van de pacemaker een röntgenfoto gemaakt.
  • Leadverplaatsing
    Het kan voorkomen dat de lead die bevestigd is in het hart zich verplaatst. Het te hevig bewegen van je arm na het plaatsen van de pacemaker kan hiervan een oorzaak zijn. Probeer je arm daarom de eerste 24 uur passief naast je neer te leggen. De dag na de ingreep wordt er nogmaals een röntgenfoto gemaakt de positie van de leads te controleren.
  • Bloeding
    Een bloeding kan ontstaan door het maken van een zogenaamde pacemaker pocket. Dit is een onderhuidse ruimte waarin de pacemaker wordt geplaatst. Hierbij kunnen kleine aders geraakt worden waardoor er een bloeduitstorting optreedt. Er wordt preventief een zandzak op je schouder gelegd om deze bloeding te voorkomen. Wanneer er toch sprake is van een bloeding volgen de artsen en verpleegkundigen dit goed op.
  • Infectie
    De operatie wordt steriel uitgevoerd om de kans op een infectie zo klein mogelijk te maken. Standaard wordt er vooraf aan de ingreep eenmalig antibiotica voorgeschreven die helpt een infectie te voorkomen. Mocht er toch een infectie optreden, dan wordt er door de arts een gepaste behandeling gestart.

 

 

  1. Ontslag uit het ziekenhuis

Indien er geen complicaties zijn opgetreden, dan kan je de 2e dag na het plaatsen van de pacemaker terug naar huis. Soms kan het zijn dat je een dag langer in het ziekenhuis moet blijven, bijvoorbeeld wanneer er nieuwe medicatie opgestart wordt.

Tijdens de operatie heeft de cardioloog hechtingen geplaatst. Deze mogen 10 dagen na de ingreep verwijderd worden door je huisarts. Voor je het ziekenhuis kunt verlaten komt de cardioloog bij je langs. Meestal is dit rond 14u.

 

6.1.      Wat krijg je mee?

  • Brief voor de huisarts
  • Overzicht van je medicatie
  • Voorschriften voor medicatie
  • Andere attesten bijv. werkongeschiktheid, verzekering, …

(dit kan je best reeds bij opname vragen)

  • Een afspraak bij je behandelend cardioloog (± 6 weken na de procedure)
  • Je thuismedicatie die je hebt afgegeven bij de opname
  • Patiëntenpas pacemaker

(deze krijg je mee of wordt naar je thuis opgestuurd)

 

 

 

 

 

 

 

6.2.      Wat moet je nog weten?

  • Ontlast je arm aan de pacemaker zijde gedurende 6 weken
    • Geen zware lasten tillen
    • Elleboog niet boven de schouder laten uitkomen
  • 10 dagen geen bad nemen

(douche mag indien de wonde voldoende droog afgedekt kan worden)

  • De pleister zoveel mogelijk op de wonde laten. Bij vervanging dient de wond ontsmet te worden.
  • Rijverbod gedurende 4 weken

 

6.3.      Wat bij problemen thuis?

Neem contact op met je huisarts indien je één van onderstaande symptomen ervaart:

  • Zwelling ter hoogte van het litteken
  • Toegenomen pijn ter hoogte van het litteken
  • Litteken is rood en voelt warm aan
  • Temperatuur >38°C
  • Kortademigheid
  • Pijn op de borst

 

 

  1. Leven met een pacemaker

Je mag, binnen de mate van het mogelijke, je dagelijkse activiteiten hervatten. Onderstaande zaken uit het dagelijks leven kunnen echter interfereren met je pacemaker.

  • Elektrische apparaten

De meeste apparaten zoals tv, radio, alle keukenapparaten, wasmachines, computer en microgolf kan je zonder risico gebruiken. Raadpleeg je arts wanneer je gebruik maakt of in contact komt met hoogspanningsleidingen, apparaten met sterk elektrische velden of       machines die sterke trillingen veroorzaken. Bellen met een telefoon is geen probleem. Bij het gebruik van een mobiele telefoon (gsm) dien je er rekening mee te houden dat u deze uit de buurt houdt van de pacemaker. Draag je telefoon altijd aan de zijde van je lichaam waar de pacemaker niet is geïmplanteerd. Vermijd de aanraking met magneten. Een magneet kan een negatieve invloed hebben op je pacemaker.

 

  • Reizen
    Je kan zonder problemen op reis gaan. Bespreek voorafgaand het doel en de duur van de reis met je arts. Het reizen met een vliegtuig, trein, boot of auto is geen probleem. Neem de patiëntenpas van je pacemaker altijd overal mee naartoe. De beveiligingspoorten op het vliegveld zijn geen probleem om te gebruiken. Geef wel op voorhand aan dat je een pacemaker draagt, deze poorten kunnen door het metaal van de pacemaker in alarm gaan. Wanneer je reist met de auto draag dan altijd je gordel. Je beschadigt de pacemaker hier niet door.

 

  • Autorijden
    Het besturen van een voertuig is tot 4 weken na de ingreep ten strengste verboden. Rijd je toch met de auto en heb je een ongeval, dan is de kans groot dat de verzekering er niet tussen zal komen.

 

  • Tandarts
    Informeer altijd je arts, tandarts en ziekenhuispersoneel over je pacemaker. Er zijn bepaalde onderzoeken die bij jou niet mogen gebeuren.

 

  • Batterij
    De duur van de batterij is per patiënt verschillend en is afhankelijk van het type paceaker en het gebruik. Gemiddeld gaat een batterij van de nieuwste generatie pacemaker tussen de 8-12 jaar mee. Bij elk controle onderzoek controleert je cardioloog de batterij. Wanneer de batterij bijna leeg is wordt de pacemaker vervangen, de leads kunnen meestal in het hart blijven zitten.

 

  • Sport
    De meeste sporten kunnen zonder problemen worden uitgeoefend. Bij sporten waarbij je je zeer intensief inspant, je klappen op de borst kan krijgen of waarbij je brede armbewegingen zult maken, raadpleeg je best uit voorzorg eerst een arts.

 

  • Consultatie
    Het is belangrijk dat je je houdt aan de geplande controle afspraken, ook al voel je je goed. Tijdens deze afspraken controleert je cardioloog de pacemaker. Soms is het nodig om de instellingen te wijzigen. Raadpleeg ook je arts indien er tussentijds problemen voordoen.

 

  • Overlijden
    Bij overlijden is het belangrijk dat de familie vermeldt dat je een pacemaker draagt. Deze dient verwijderd te worden.

 

Mocht je na het lezen van deze brochure nog vragen hebben, stel deze dan gerust aan je arts of verpleegkundige.

 

 

8.  Contactgegevens

 

Hoofdverpleegkundige

Mevr. Nikki Vanbrabant

nikki.vanbrabant@hhleuven.be

016/20 98 30

 

Secretariaat cardiologie

Mevr. Veerle Boon

Mevr. Kristina Van den Heuvel

Mevr. Dorien L’Homme

secr.cardiologie@hhleuven.be

016/20 93 36

Voor het maken en wijzigen van afspraken

Voor het aanvragen van medische attesten na de ziekenhuisopname

 

Sociaal assistente

Mevr. Tessy Pauwels

tessy.pauwels@hhleuven.be

016/20 99 72

Voor vragen m.b.t. ontslag, thuiszorg, verzekering, enz.

 

Opnamedienst

016/20 92 53

Te verwittigen indien te laat door onvoorziene omstandigheden

 

Heilig Hart Ziekenhuis

Naamse straat 105

3000 Leuven

016/20 92 11